-
1 Granit
Granit〈m.; Granits, Granite〉♦voorbeelden:1 〈informeel; figuurlijk〉 bei jemandem auf Granit beißen • op iemands onwrikbare tegenstand stuiten; 〈 ook〉 bij iemand bot vangen -
2 Opposition
Opposition〈v.; Opposition, Oppositionen〉♦voorbeelden:1 Opposition machen • tegenspreken, opponerenauf Opposition stoßen • op tegenstand stuiten -
3 auf Opposition stoßen
auf Opposition stoßen -
4 bei jemandem auf Granit beißen
bei jemandem auf Granit beißenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > bei jemandem auf Granit beißen
-
5 opposition
opposition [oppooziesjõ]〈v.〉1 weerstand ⇒ tegenstand, verzet2 tegenstelling ⇒ contrast, verschil, tegenspraak♦voorbeelden:opposition d'intérêts • belangenstrijdrencontrer de l'opposition • op weerstand stuiten, tegenstand ondervindenfaire, mettre opposition à • bezwaar maken tegen, beroep aantekenen tegenpar opposition à • in tegenstelling metf1) tegenstand, verzet -
6 opposition
n. tegenstand; tegenstelling; oppositie[ oppəzisjn]1 oppositie ⇒ het tegen(over)stellen/opponeren2 oppositie ⇒ verzet, tegenkanting♦voorbeelden:1 〈 astrologie, sterrenkunde〉 in opposition • in oppositie/tegen(over)stand (met de zon) 〈 in tegenstelling tot in conjunctie〉in opposition to • tegen(over), verschillend van, in strijd metII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk enkelvoud; vaak Opposition; the〉1 oppositie(groep/partij)♦voorbeelden: -
7 rencontrer
rencontrer [rãkõtree]1 ontmoeten ⇒ tegenkomen, vinden♦voorbeelden:♦voorbeelden:→ esprit2 il se rencontre des gens qui … • er zijn mensen die …1. v1) ontmoeten, tegenkomen2. se rencontrerv -
8 rencontrer de l'opposition
rencontrer de l'oppositionop weerstand stuiten, tegenstand ondervindenDictionnaire français-néerlandais > rencontrer de l'opposition
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский